; ;
Dagboek

Inmenging van boven

De tocht naar Anuradhapura begon in het zonnige Negombo, maar al snel raakte het bewolkt en begon het licht te regenen. Gaandeweg ging het steeds harder regenen, totdat we aankwamen in Anuradhapura. Het hield op met regenen, en het begon te hozen. De paden om het hotel heen veranderden op slag in snelstromende beekjes. Na de lunch was de bui over, en klaarde het een beetje op.
We hadden ’s middags maar één bezichtiging gepland, van Mihintale, de plaats waar volgens de overlevering het Boeddhisme op Sri Lanka is begonnen. Vlak voor we op het heiligste der heilige kwamen – de Ambasthala Dagoba (zie foto) - barstte opnieuw de regen los, Geen hoosbui, maar je zou er zonder paraplu of regenjas wel erg nat van geworden zijn. Het regende net niet hard genoeg dat we geen foto’s konden maken, dus de bezichting kon doorgaan. Maar het uitzicht in de verte over Anuradhapura was er niet. Tegen het einde van het bezoek stopte de regen, maar het vallen van de duisternis kwam sneller dan het opklaren van het zicht.

Over duisternis gesproken: terwijl ik dit dagboek bijwerk zijn er sterren aan de hemel te zien. Een goed teken voor morgen? Volgens het hotelpersoneel wel, hoewel ze ook aangaven dat deze regen eigenlijk in oktober had moeten vallen (een echte regenmaand). Ik hoop dat ze ongelijk krijgen met het laatste, en dat we niet zowel de regen van oktober als november op ons dak krijgen.

De duisternis blijft trouwens: de stroom is in het hotel en de directe omgeving al vijf keer uitgevallen. Inmiddels duurt de vijfde storing al bijna een uur. Het hotelpersoneel zoekt de oorzaak in schade door de hevige regens van deze middag. Wat zo’n stevige bui al niet teweeg kan brengen.