; ;
Dagboek
 


Dag 8: Een trotse kok

Zoekplaatje: twee koloniale huizen in Remedios, één in gebruik als woonhuis en één als particulier restaurant annex pension.
Als toerist kom je dagelijks in aanraking met hotels, restaurants en andere horeca. Vrijwel volledig in handen van de overheid, zoals met alles in Cuba. Dat leidt tot eigenaardigheden. Bedienend personeel van staatsgelegenheden kan het allemaal weinig schelen wat jij vindt; ze houden hun baan toch wel, en jij kunt toch niet naar de concurrent wanr die is er niet. Het bestellen van een drankje of een maaltijd kan daarom soms erg frustrerend zijn. En hoe het op jouw bord terecht komt (warm bijvoorbeeld) is ook al zo'n detail waarvan je niet kunt verwachten dat het meteen goed komt. Maar er is wel degelijk een begin van marktwerking. Je kunt overnachten in casas particulares en eten in paladores: bij mensen thuis. Je herkent de gelegenheden bijna niet: er hangt wel een bord dat ze vergunning hebben (de staat controleert alles), maar je kunt niet de eetzaal binnen kijken en een uithangbord is ook niet gewenst. Ze moeten het hebben van mond tot mond reclame; zo werd een van ons door de man des huizes wervend aangesproken op het centrale plein. En dan nog: je moet niet denken dat je er met een grote groep binnen kunt vallen. We waren met acht, maar werden wel verzocht in twee groepen te komen omdat ze eigenlijk niet meer dan zes eters mogen bedienen. En je moet niet denken dat je er rundvlees kunt bestellen. Dat is hier zo schaars dat alleen toeristenhotels en -restaurants het serveren (toeristen zijn hier de werkelijke elite): Cubanen zelf kunnen er niet aankomen, en de paladares dus ook niet. Vandaag gegeten bij de familie (in het huis links op de foto). Het was een familiebedrijf: man en vrouw zorgden voor de gasten, vader kookte. We hebben het uitstekend naar de zin gehad. Waarom? Omdat het deze mensen wel kan schelen wat je er van vindt. De kok was duidelijk trots op zijn gerechten, en terecht. Je proeft het verschil.