; ;
Dagboek

Oerbos

Een standaard uitstapje vanuit Hiroshima is een bezoek aan het eiland Miyajima om de poort te zien.
Het grootste deel van het eiland is bedekt met nog onaangetast oerbos. Er zijn een paar routes om naar de hoogste berg op het eiland te lopen (door het bos). Om het een beetje gemakkelijker te maken is er ook een kabelbaan waarmee je driekwart van de klim kunt overslaan. Op de top staat nog een beroemde tempel.

Dat leek me wel wat. Met de kabelbaan naar boven, dan naar de tempel op de top lopen en door het oerbos naar beneden. Een beetje cultuur, een beetje natuur.

Maar... als een Japanner aan Hiroshima denkt, dan denkt hij vooral aan dit eiland. Het is een topattractie. En dus is hier alles goed geregeld. En dat kunnen ze heel goed in Japan.

Je komt dus de trein uit en je hoeft maar de richtingaanwijzers te volgen naar de veerpont naar het eiland. Op het eiland is alles tot in den treure bewegwijzerd, tot aan bordjes toe met als opschrift "je bent nu bijna bij de kabelbaan" (tenminste in het Engels). Onder aan de kabelbaan wordt je er alvast op gewezen wat je allemaal moet doen, zelfs dat de toiletten op de top misschien druk zijn en dat je beter hier kunt gaan.

Boven kom je ook van alles tegen dat niet doet denken aan de wildernis, zoals deze personenteller. Ik denk dat dit alleen ter informatie is, ik denk niet dat ze hiermee precies kunnen bijhouden hoevel mensen zich waar in het park bevinden.
En die route door het oerbos? Ik kwam een bord tegen waarop men excuses aanbood dat er nog gewerkt werd aan het verharden van het pad, en waarempel, ze waren nog niet helemaal klaar.
De rest van het pad was wel grotendeels beton, met keurig trappen waar het al te steil dreigde te worden.

Overigens was het wel degelijk een plezierige wandeling, maar het had meer weg van een ommetje door het park dan een tocht door de natuur. Bijzonder was wel dat iedereen, ook de Japanners, die je op het pad tegen komt vrolijk konnichiwa roept. Wat een contrast met de steden, waar een Japanner erg zijn best doet om een ander niet te zien en dus ook niet zal groeten. Zodra de kritische dichtheid van mensen op de berg trouwens boven een drempelwaarde uitkomt houdt het groeten ook weer op.