; ;
Dagboek

Loterij

Iedereen in het dorpje Coober Pedy wil maar één ding: mooie kleurrijke opaal vinden in zijn mijngebiedje. Overal rond het dorpje liggen de hopen steen die al op opaal onderzocht zijn. En niet alle opaal is goed: het moet opaal zijn waarin allerlei kleuren zichtbaar zijn. Een goede steen is een vermogen waard, maar die zijn er niet veel. Dus ploeteren dagelijks vele mannen zich door bergen steen heen in de hoop ooit op een goede steen te stuiten. En het kan lang duren voordat ze überhaupt iets vinden dat de kosten van hun mijn kan dekken. Zo moet het dus ook zijn geweest ten tijde van een goudkoorts.

Omdat het in dit gebied erg warm is - de temperatuur kan tot 50 graden oplopen, 's avonds na zonsondergang en na een bewolkte dag is het nog steeds ruim 30 graden - en er weinig bouwmaterialen in het gebied zijn, hebben de bewoners ervoor gekozen (deels) onder de grond in uitgehouwen grotten te leven. Ze weten immers hoe je een grot graaft, ze doen het dagelijks in de mijnen. In zo'n ondergrondse woning is de temperatuur zo'n 20-23 graden. Erg aangenaam na een dag in de novemberhitte van Coober Pedy.