; ;
Dagboek

Melbourne

Melbourne. Een groter contrast met de outback is niet mogelijk. Nu eens loop je tussen de hoge wolkenkrabbers in het financiële district, dan weer in een wijk met victoriaanse huizen uit de begintijd van de stad (ruim 150 jaar geleden). In een hoofdstraat struikel je over de mannen met zwarte pakken, terwijl een zijstraatje bestaat uit smoezelige kroegen en muren vol graffitti en muurschilderingen.
Hier wordt je bijna omver gereden door het nieuwste model Porsche cabrio (nou ja, niet echt - de Australische automobilisten zijn erg vriendelijk voor voetgangers), terwijl je honderd meter verder in een park loopt waar je alleen de vogels hoort (en de klikkende camera's van twee bussen Japanse toeristen). En loop je tussen allerlei kunstprojecten, waarvan er één een klokkenspel blijkt te zijn dat spontaan gaat spelen - composities kunnen via een website ingediend worden.
Of je moet omlopen omdat er opnames voor een kleinschalige film gemaakt worden. De filmploeg zie je later aan de lunch zitten in een van de achterafstraatjes, volgepakt met cafeetjes, waar mensen schouder aan schouder zitten aan te kleine tafeltjes. In de avond verschuift de activiteit naar de restaurants, waar je bij sommige tot half tien moet wachten op een tafeltje (maar daar is het eten ook erg lekker). Aan het eind van de avond luiden een kort onweer en ons eerste regenbuitje (5 minuten) het begin van een lange uitgaansnacht in - maar niet voor ons, want wij moeten morgenochtend al weer vroeg naast de bus staan.