The American way
Hoe bezoek je een Nationaal Park? Dat kun je op verschillende manieren doen, en de Amerikanen hebben daar een geheel eigen wijze voor bedacht, die natuurlijk draait om auto's.
Dat je in een Nationaal Park maatregelen treft om de natuur te beschermen tegen publiek is logisch. Je legt een pad aan waar men niet van af mag wijken, en desnoods een boardwalk, zodat de bezoeker ook dichtbij iets moois kan komen het te vertrappen, zoals bij de zoutafzettingen en kwelwaters in Death Valley. En om iedereen bij al dat moois te brengen leg je wandelpaden aan, eventueel geasfalteerd bij heel veel bezoek, ook dat zie je overal ter wereld.
Maar hoe kom je op zo'n plaats? Nou, met de auto natuurlijk. Aan het begin van het wandelpad of de boardwalk is een parkeerplaats aangelegd, en daar kom je dan weer via een keurige asfaltweg. En als dat moois midden in de bergen ligt, dan leg je er een weg naar toe aan. Die weg heeft vanwege de aard van de bergen op sommige plaatsen veel weg van een achtbaan, en is dus rijkelijk voorzien van waarschuwingsborden.
Het is jammer dat een aantal wndelpaden door zulke smalle kloven gaan dat er geen auto door past. Dan moet je alsnog een stuk lopen. Andere routes door de bergen zijn wel zo breed dat je er een weg kunt aanleggen. En met temperaturen van boven de 50 graden - zoals in Death Valley - is dat ook erg plezierig. Wat zo zie je daar alles in dergelijke hitte: rij van parkeerplaats naar parkeerplaats, airconditioning op maximaal (echte Amerikanen laten die op de parkeerplaats doordraaien) en maximaal een paar minuten buiten de auto om een selfie te maken. In plaats van wandelen rijd je per auto door het ruwe landschap over onverharde wegen.
Daar is zo'n bijna-stoere auto best goed voor (maar met een mini kan het ook).
De verwachting dat je naar elk mooi (uitzicht)punt toe kunt rijden en daar kunt parkeren zit erg diep bij de Amerikanen, ook buiten de parken trouwens. Op de wandelpaden langs de rand van de Grand Canyon lopen vooral buitenlandse toeristen; Amerikanen hoppen van uitzichtpunt naar uitzichtpunt. Als het erg druk is mag dat niet meer met de eigen auto en rijdt er zeer frequent een shuttlebus.
Dat is wel even wennen: wachten in een lange rij voor een bus. Voor veel Ameriknen ongetwijfeld een ongewone ervaring. Overigens voelt de chauffeur zich geroepen om bij elke auto die geparkeerd staat in het afgesloten gebied, uit te leggen waarom die er wel mag staan.
Het idee van door een park rijden is al oud. In Yosemite staat een sequoia (hele grote boom) waar een tunnel in gemaakt is. Vroeger kon je daar met de toenmalige auto (paard en wagen) doorheen rijden als onderdeel van de rijtoer door het park. Gek genoeg is dat nu niet meer toegestaan, terwijl dat zo goed zou passen bij de alles-met-de-auto filosofie. Zouden de auto's soms niet meer door de tunnel passen en de boom niet breed genoeg om de tunnel aan te passen?