; ;
Dagboek
 


Avontuur!

Soms krijg je meer dan beloofd. Op het programma van deze avontuurlijke reis staat een tocht naar een kamp vlak bij de Salto (waterval) Angel: eerst met een klein vliegtuigje naar Canaima, en vandaar met de boot naar het kamp. Hoe avontuurlijk kan het zijn?
De vlucht gaat per 7-persoons Cessna, waarbij ik naast de piloot terecht kom. Ik heb me kunnen inhouden om alle schakelaars voor mijn neus uit te proberen. Vliegen in zo'n klein toestel is toch wel anders dan in een groot straalvliegtuig. Ze maken een enorme herrie, en je ziet ook wat de piloot allemaal doet. Maar wil je echt weten dat hij halverwege de vlucht geroutineerd een tangetje uit zijn zak haalt om de frequentie van de boordradio in te stellen omdat het knopje daarvoor is afgebroken?
De groep wordt verdeeld over vier toestellen naar Canaima gevlogen, wat zoveel tijd in beslag neemt dat we uren te laat in de boot stappen. Drie boten varen naar het kamp; naast onze groep wordt er nog een uitgelaten groep Venezolanen vervoerd die al snel aan het bier zit. De eerste helft van de boottocht verloopt voorspoedig: de boten hebben krachtige motoren en kunnen flink vaart maken op de brede rivier. Af en toe waait er wat water naar binnen en wordt je een beetje nat, maar ach, de temperatuur is hoog en je droogt snel op.
Op een paar plaatsen vaar je met de boot (stroomopwaarts) door stroomversnellingen. Het ziet er spectaculair uit. Vooral op een plaats, waar het verval te groot is om met een volle boot omhoog te varen. Iedereen moet uitstappen en om de stroomversnelling heen lopen. De lege boten nemen een aanloop, steigeren in een waaier van water, en vallen aan de hoge kant terug in het water. We waren al gewaarschuwd dat het peil van de rivier laag staat wegens het uitblijven van regen en dat we daarom vaak de boot uit moeten. Als het op zo'n manier moet, is dat helemaal niet erg.
Mis. Zeker tijdens de tweede helft van de tocht, op een zijarm van de rivier, is er te weinig water om de boten een stroomversnelling op te laten varen. De schipper probeert wel met een overdaad aan motorvermogen de boot omhoog te varen, maar als er geen water onder de kiel staat haalt dat niet veel uit. Meestal moeten een paar man uitstappen om de boot weer vlot te trekken, in een aantal gevallen moet iedereen de boot uit. In het snelstromend water is het al lastig genoeg om gewoon te lopen; het water sleept je voeten met kracht de verkeerde kant uit. Een paar keer wordt zelfs een schoen of slipper van de voet gespoeld, en laat iemand zich met de stroom meevoeren om het schoeisel terug te halen. In no time is hij een tiental meters van de boot vandaan. Met wat trekken en sjorren komt de boot los, en zijn we weer 10 cm gestegen. Tien centimeter. Het totale verval van de rivier tussen het kamp en het vertrekpunt is 100 meter. En het water staat laag: hoe verder we komen, des te vaker moeten een paar man de boot uit. De laatste kilometers is dat zo'n beetje elke twintig meter. Dat komt onder andere doordat onze boot nogal wat gewicht (forse Nederlanders en de zwaarste Venezolaanse dames) aan boord heeft. De andere boot met onze groep gaat er sneller doorheen. Onze boot schiet niet op. En we zijn al zo laat vertrokken. Na vier uur varen zijn we nog een eind van het kamp verwijderd, terwijl de zon al onder gaat. Een half uur later is het donker. De bemanning heeft zelf geen licht bij zich, en vraagt de toeristen om zaklampjes. In het donker is het nog moeilijker in te schatten waar het water het diepst is, en loopt de boot regelmatig vast. Ooit was het leuk om de boot uit te stappen en vlot te trekken, maar de leut is er nu wel van af. De groep Venezolanen is erg stil geworden en heeft de blikjes bier ingeruild voor hoosblikken om de boot drijvend te houden. Een deel van de groep is naar een andere boot overgeheveld, en ook de zware Venezolaanse dames uit onze boot stappen over. Met het gewicht verdeeld over drie boten zou het sneller moeten gaan. Het donker blijft erg hinderlijk, de schipper ziet de hindernissen niet goed aankomen. Twee keer vaart hij op vol vermogen tegen een boom die iets verder van de oever staat. Af en toe duikt er een groot rotsblok midden in de rivier op. Bovendien begint het te regenen en koelt het wat af. De temperatuur is nog steeds zomers, maar iedereen is inmiddels drijfnat. Een extra laag kleding biedt warmte totdat die ook nat is, van de regen of van het rivierwater. Waren we aan het begin van de tocht nog bezorgd om een spatje water? De zwemvesten bieden in ieder geval een beetje warmte. Drie uur na zonsondergang komen we aan bij het kamp, waar de groep van de andere boot ons staat op te wachten. Zij zijn net voor het donker aangekomen, en hebben inmiddels de avondmaaltijd achter de rug en hangmatten gereserveerd. Doorweekt stappen we uit. Het regent nu constant, maar we voelen de regen niet eens meer. De tocht is volbracht.
Reparatie van de schroef die beschadigd is geraakt bij het varen in het ondiepe water