; ;
Dagboek

Cheeta park

Mag ik mij even voorstellen: ik ben een van de aaibare cheeta's van het park. Het is mijn werk om in de middag de toeristen te ontvangen die hier op de camping verblijven. Zij mogen mij over mijn kop aaien en achter mijn oren krabbelen, terwijl ze door anderen gefotografeerd worden. Het is een eenvoudig baantje, ik hoef alleen af en toe mijn kop op te tillen terwijl ik rustig in de schaduw van de baobab kan blijven liggen . Mijn collega struisvogel hengelt in het aangrenzende perceel vanachter een hekwerk ook naar aandacht, maar hem aaien ze niet.

Als de toeristen klaar zijn met aaien neemt onze baas hen mee naar een ander deel van het park. Daar verblijven cheeta's die niet passen in mijn geciviliseerde wereld en die nog net zo proberen te leven als mijn voorouders. Maar ook zij laten hun kunstjes zien aan de bezoekers. Ze voeren schijnaanvallen uit op onze baas, terwijl de bezoekers vanuit een bakkie toekijken.

Aan het eind gooit de baas een stukje vlees naar ze toe, dat ze als rugby spelers te lijf gaan.
Na dat tafereel gaan de gids bezoekers terug naar de camping, en kunnen wij bijkomen van de inspanning. Wat een leven hebben wij!